Help de ontwikkeling van de site en deelt het artikel met vrienden!

Planten die in verhoogde bedden worden gekweekt, hebben over het algemeen meer water nodig dan wanneer ze in een tuinbed zouden groeien. Onze vijf tips laten je zien hoe je gemakkelijker water kunt geven.

Casten (bijna) zonder werk - 5 simpele ideeën

Kenmerkend voor een hoogslaper is de bijzondere gelaagdheid van verschillende organische materialen, die langzaam afbreken en zo niet alleen voor voedingsstoffen zorgen, maar ook voor een hogere omgevingstemperatuur. Planten voelen zich hier prettig, maar hebben ook meer water nodig dan in een conventioneel tuinbed - het vocht verdampt immers sneller door de hitte. Zodat je na het gieten niet met de gieter hoeft te slepen, hebben we deze vijf tips samengesteld om je gietertaken gemakkelijker te maken.

Ook de bewatering gaat hier niet zonder werk, want in ieder geval moet het irrigatiesysteem verplaatst worden of, in het geval van Ollas en andere vormen zonder stroom- en wateraansluiting, af en toe bijgevuld worden. Je kunt ook veel water besparen door deze tips te volgen:

  • zo vroeg mogelijk in de ochtend water geven
  • nooit na lunchtijd
  • geef de voorkeur aan minder vaak en meer indringend water
  • dan vaker en met minder water

Sluit indien mogelijk het bewateringssysteem voor het verhoogde bed aan op de opvangbakken voor regenwater, want dit zachte water, dat vanaf het begin is opgewarmd, is bijzonder geschikt voor het bewateren van de planten. Onze tip 5 laat je zien hoe je dit doet.

Merk op: Bij verhoogde bedplanten wordt soms geadviseerd om beregening aan te brengen. We raden dit echter af, omdat water geven van bovenaf de bladeren nat maakt en zo schimmelziekten bevordert. Verder gaat er veel water verloren in het proces en komt het niet waar het hoort: bij de wortels. Geef daarom altijd zo water dat de kostbare vloeistof direct op en in de grond komt.

1. Water geven door olla / aarden pot

Olla's zijn een heel eenvoudig maar praktisch bewateringsidee voor verhoogde bedden. Het woord komt uit het Spaans en betekent "pot" - en dat is wat het is. Olla's zijn speciale ongeglazuurde potten van klei met een deksel die in de grond worden gegraven en gevuld met water. Vocht sijpelt langzaam uit het poreuze materiaal rechtstreeks naar de wortels en irriteert de omringende planten indien nodig. De grond blijft gelijkmatig vochtig maar niet nat. Bovendien is er, doordat het water in de bodem blijft, weinig verlies door verdamping.

Kies bij het verpotten een geschikte pot.

U kunt Ollas kopen in speciaalzaken of in internetwinkels die gespecialiseerd zijn in de tuin. Deze potten zijn er in verschillende maten en vormen. Voor een klassiek hoogslaper met een breedte van 130 centimeter en een lengte van 200 centimeter heb je twee tot drie Olla's nodig met een inhoud van elk minimaal drie liter. Gebruik deze als volgt:

  • Graaf de Ollas in het midden van het bed.
  • Ze moeten op gelijke afstand van elkaar staan
  • en blijf van de rand.
  • De opening wijst naar boven.
  • Vul de ollas met water.
  • Doe het deksel erop.
  • Plant de planten rondom.

In dit geval hoeft u de Ollas slechts ongeveer één keer per week bij te vullen, of elke drie tot vier dagen bij zeer warm en droog weer. Verder water geven is niet nodig.

Tip: Je kunt Olla's zelf bouwen uit twee klei-plantenpotten. Sluit hiervoor het afvoergat van een pot af (bijv. met een van binnenuit gelijmd stuk aardewerkscherf) en lijm de twee potten aan hun respectievelijke openingsranden vast met hete lijm of siliconen. Spreid het materiaal goed uit zodat de las waterdicht is. Graaf de zelfgemaakte Olla nu zo uit dat de bodem van de pot met het resterende afvoergat uit het bed kijkt. Dit wordt ook gebruikt om de Olla te vullen.

2. Irrigatieballen of kegels

Irrigatie werkt volgens een soortgelijk principe met behulp van zogenaamde irrigatie- of dorstballen, die zijn gemaakt van glas of plastic. Er zijn ook irrigatiekegels, die vaak van klei zijn gemaakt. In tegenstelling tot de ollas worden deze bolletjes of kegeltjes niet in de grond begraven, maar met hun puntige uiteinde direct in de plantenwortels gestoken. Het waterreservoir blijft boven de grond.

Het werkingsprincipe is vergelijkbaar met dat van de Ollas: het water komt naar buiten zodra de bodem droogt. Het neemt praktisch vocht op totdat het voldoende verzadigd is. Zo krijgen de planten precies zoveel water als ze nodig hebben. Irrigatieballen of -kegels besparen je de dagelijkse watergift, maar hebben een paar nadelen:

  • de mate van verdamping is vrij hoog
  • het moet vaker worden bijgevuld
  • Je hebt er best veel van nodig, afhankelijk van de vulhoeveelheid

De meeste gietballen of -kegels die op de markt verkrijgbaar zijn, zijn bedoeld voor kamerplanten. Deze zijn meestal niet geschikt voor verhoogde bedden, tenzij u een apparaat voor elke individuele plant installeert. Het is beter om modellen met een grotere capaciteit te kiezen (bijvoorbeeld Scheurich Copa XL met een capaciteit van 500 milliliter). Je hebt er zo'n drie tot vier van nodig in een klein verhoogd bed, bijvoorbeeld voor op het balkon. Afhankelijk van het weer en de buitentemperatuur (en de dorst van de planten in het verhoogde bed) moet je elke drie tot tien dagen bijvullen.

3. Irrigatie met PET-flessen

In plaats van de waterkegels of -ballen voor veel geld te kopen, koop je gewoon water- of frisdrankflessen met een inhoud van minimaal één liter per stuk. Bijzonder geschikt zijn glazen of PET-flessen. Het is belangrijk dat het materiaal stevig is - zacht plastic dat meegeeft onder druk (of bij drukverlies) is hiervoor niet geschikt. Sluit de opening van de fles af met een geschikte stop van klei of plastic (bijv. Blumat) en zet de fles ondersteboven in de grond.

Voor een klein verhoogd balkonbed heb je drie tot vier flessen nodig, zodat je ze een paar dagen geen water hoeft te geven. Voor een normaal hoogslaper van 130 x 200 centimeter neem je zes flessen, die je gelijkmatig verdeelt zoals de Ollas. Laat de rand weg, maar plaats de beregening zo centraal mogelijk met regelmatige afstanden tot elkaar en tot aan de randen.

4. Druppelslang of parelslang

Wil je jezelf het regelmatig bijvullen van Ollas of flessen besparen, dan is beregening met infuus- of parelslangen ook geschikt voor het verhoogde bed. Dit zijn slangen die ofwel met regelmatige tussenpozen kleine openingen hebben (druppelslangen) ofwel van poreus materiaal zijn gemaakt (parelslangen). Beide voorzien de planten gelijkmatig en betrouwbaar van water, zonder dat u meer hoeft te doen dan regelmatig de kraan opendraaien. Bij gebruik van druppelirrigatie moeten de volgende punten in acht worden genomen:

  • Kies voor het verhoogde bed zo dun mogelijke slangen.
  • Gebruik druppelslangen met een kleine druppelafstand.
  • Het is het beste om slangen langs rijbeplanting te leggen.
  • Als de wateraansluiting zich onder het verhoogde bed bevindt, is een pomp vereist.
  • Anders wateraansluiting op dezelfde hoogte
  • of installeer hierboven.
  • Anders is de druk niet voldoende om water te geven.

Voor een verhoogd bed van 130 x 200 centimeter heb je nodig:

  • ongeveer twaalf meter druppel- of kralenslang
  • Connectoren (T-stukken, aansluitbochten)
  • Aansluiting op de toevoerleiding

Gebruik voor de watervoorziening een kraan of regenwatervaten. Geef ten minste eenmaal per dag gedurende acht tot tien minuten water.

Irrigatie zonder stroom- en wateraansluiting

Druppelirrigatie werkt overigens ook zonder wateraansluiting en stroom voor de pomp. Hiervoor moet u het waterreservoir (bijv. voldoende grote regenwatervaten) boven het verhoogde bed installeren, zodat het water vanzelf door de slangen loopt als u de kraan opendraait. Bij de zogenaamde hoge tanks is een pomp niet nodig. U kunt het systeem automatiseren met zonnepanelen die de benodigde elektriciteit leveren. Als u geen verhoogde tanks gebruikt, kan een pomp ook op zonne-energie worden gebruikt.

Help de ontwikkeling van de site en deelt het artikel met vrienden!

Categorie: