Tijdens het wandelen of tuinieren kom je af en toe vogelnestjes, eieren of eierschalen tegen. Welke vogel heeft de eieren gelegd? We hebben kenmerken van vogeleieren van inheemse soorten verzameld.

In een notendop

  • Vogelnesten met eieren hebben zelden menselijke hulp nodig
  • afhankelijk van de vogelsoort verlaten de vogels de koppeling voor een korte tijd
  • Het leggen van eieren duurt soms enkele dagen
  • Aangepaste kleuring van eieren om locaties uit te broeden

vogel ei variëteit

Vogeleieren kunnen klein of groot zijn, licht of donker, vast of gevlekt, ruw of glad, dof of glanzend. De eieren van inheemse vogels hebben we op kleur gesorteerd met de belangrijkste kenmerken voor je samengesteld.

Merk op: De federale natuurbeschermingswet verbiedt het wegnemen van vogeleieren uit de natuur.

Witte Eieren

Grote bonte specht (Dendrocopos major)

Bron: Didier Descouens, Dendrocopos major MHNT 232, onder redactie van Plantopedia, CC BY-SA 4.0
  • Habitat: bosgebieden, tuinen, nederzettingen
  • Broedseizoen: april tot augustus, één jaarlijks broed
  • Incubatietijd: 11 tot 12 dagen
  • Opslagplaats: broedholtes in rotte boomstammen
  • Koppelingsmaat: 4 tot 7 eieren
  • Eiermaat: 20 x 29 millimeter

IJsvogel (Alcedo atthis)

Bron: Didier Descouens, Alcedo bij deze MHNT ZOO 2010 11 160 Arcy-sur-Cure, bewerkt door Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: rivieren, meren
  • Broedseizoen: maart tot september, twee tot vier jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 17 tot 21 dagen
  • Plaats van deponering: op de steile oevers van water in nestbuizen
  • Koppelingsmaat: 6 tot 7 eieren
  • Eiermaat: 22 x 16 millimeter

Groene specht (Picus viridis)

Bron: Klaus Rassinger en Gerhard Cammerer, Museum Wiesbaden, Picus viridis MWNH 2212, onder redactie van Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: Bosranden, tuinen
  • Broedseizoen: april tot augustus, één jaarlijks broed
  • Incubatietijd: 14 tot 15 dagen
  • Opslaglocatie: boomholten, nestkasten
  • Koppelingsmaat: 5 tot 8 eieren
  • Eiermaat: 28 x 33 millimeter
  • Kenmerk: wit, glad en glanzend

Havik (Accipiter gentilis)

Bron: Klaus Rassinger en Gerhard Cammerer, Museum Wiesbaden, Accipiter gentilis MWNH 0762, onder redactie van Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: naaldbos
  • Broedseizoen: maart tot juli, een jaarlijks broedsel
  • Incubatietijd: 35 tot 40 dagen
  • Opslaglocatie: in boomtoppen
  • Koppelingsmaat: 2 tot 5 eieren
  • Eiermaat: 55 x 42 millimeter

Futen (Podiceps cristatus)

  • Habitat: Kustgebieden, Boddenwateren
  • Broedseizoen: maart tot oktober, een of twee jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 25 tot 29 dagen
  • Plaats van deponering: in het water, in de oevervegetatie
  • Koppelingsmaat: 2 tot 6 eieren
  • Eiermaat: 53 x 35 millimeter

Mandarijneend (Aix galericulata)

Bron: Roger Culos, Aix galericulata MHNT.ZOO.2010.11.27.5, bewerkt door Plantopedia, CC BY-SA 4.0
  • Habitat: Wateren met dichte oevervegetatie en bomen
  • Broedseizoen: april tot mei, één jaarlijks broed
  • Incubatietijd: 28 tot 30 dagen
  • Opslaglocatie: boomholtes
  • Koppelingsmaat: 9 tot 12 eieren
  • Eiermaat: 49 x 39 millimeter

Gierzwaluw (Apus apus)

Bron: Klaus Roggel, Berlijn, ApusApusKlausRoggel06, bewerkt door Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: kliffen, nederzettingen
  • Broedseizoen: mei tot september, een jaarlijks broedsel
  • Incubatietijd: 20 tot 21 dagen
  • Opslaglocatie: in rotsgrotten, op gebouwen
  • Koppelingsmaat: 2 tot 3 eieren
  • Eiermaat: 25 x 16 millimeter

Huiszwaluw (Delichon urbicum)

Bron: Didier Descouens, Delichon urbicum MHNT, onder redactie van Plantopedia, CC BY-SA 4.0
  • Habitat: Nederzettingen
  • Broedseizoen: mei tot september, één tot twee jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 17 tot 20 dagen
  • Opslaglocatie: op de buitenmuren van gebouwen
  • Koppelingsmaat: 3 tot 5 eieren
  • Eiermaat: 19 x 13 millimeter

Stadsduif (Columba livia domestica)

Bron: Eloquence, Babypigeon, bewerkt door pl, CC0 1.0
  • Habitat: Nederzettingen
  • Broedseizoen: maart tot augustus, twee tot vier jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 16 tot 18 dagen
  • Opslaglocatie: in gebouwen
  • Koppelingsmaat: 2 tot 3 eieren
  • Eiermaat: 26 x 30 millimeter
  • Functie: wit, glanzend

Ooievaar (Ciconia ciconia)

  • Habitat: velden en weiden, wetlands
  • Broedseizoen: maart tot september
  • Incubatietijd: 32 tot 34 dagen
  • Opslaglocatie: op daken, torens en bomen
  • Koppelingsmaat: 3 tot 5 eieren
  • Eiermaat: 77 x 52 millimeter

Witte eieren met stippen of vlekken

Pimpelmees (Cyanistes caeruleus)

Bron: Dellex, Pimpelmeesei, Cyanistes caeruleus, Parus caeruleus, bewerkt vanuit Plantopedia, CC BY-SA 4.0
  • Habitat: bossen, tuinen, nederzettingen
  • Broedseizoen: maart tot augustus, één tot twee jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 13 tot 15 dagen
  • Opslaglocatie: in boomholtes
  • Koppelingsmaat: 6 tot 14 eieren
  • Eiermaat: 16 x 12 millimeter
  • Kenmerk: wit met roodbruine vlekken

Veldleeuwerik (Alauda arvensis)

Bron: Weddi, Eudenbach zweefvliegveld juni 2022 IMG 20220627 131020, bewerkt door Plantopedia, CC BY-SA 4.0
  • Habitat: weiden, velden, zandduinen
  • Broedseizoen: april tot augustus, twee jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 11 tot 14 dagen
  • Opslaglocatie: op de grond, in bakken
  • Koppelingsmaat: 3 tot 5 eieren
  • Eiermaat: 24 x 17 millimeter
  • Kenmerk: wit met bruine vlekken

Boomklever (Sitta europaea)

Bron: Tragopogon, Kleiber, bewerkt vanuit Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: bossen, tuinen, nederzettingen
  • Broedseizoen: maart tot juni, één jaarlijks broedsel
  • Incubatietijd: 15 tot 18 dagen
  • Opslaglocatie: in boomholtes
  • Koppelingsmaat: 5 tot 9 eieren
  • Eiermaat: 19 x 15 millimeter
  • Kenmerk: wit met bruine vlekken

Koolmees (Parus major)

  • Habitat: bossen, tuinen, nederzettingen
  • Broedseizoen: maart tot augustus, één tot twee jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 13 tot 15 dagen
  • Opslaglocatie: in boomholten, nestkasten
  • Koppelingsmaat: 6 tot 12 eieren
  • Eiermaat: 18 x 13 millimeter
  • Kenmerk: wit met roodbruine vlekken

Buizerd (Buteo buteo)

Bron: Roger Culos, Buteo buteo rotschildi MHNT.ZOO.2010.11.89.4, bewerkt door Plantopedia, CC BY-SA 4.0
  • Habitat: velden, bossen, landbouwgrond
  • Broedseizoen: maart tot augustus, een jaarlijks broedsel
  • Incubatietijd: 33 tot 35 dagen
  • Opslaglocatie: in bomen
  • Koppelingsmaat: 2 tot 3 eieren
  • Eiermaat: 60 x 45 millimeter
  • Kenmerk: wit met bruine vlekken

Rode wouw (Milvus milvus)

Bron: Klaus Rassinger en Gerhard Cammerer, Museum Wiesbaden, Milvus milvus MWNH 0750, onder redactie van Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: velden, weiden, bosranden
  • Broedseizoen: april tot augustus, één jaarlijks broed
  • Incubatietijd: 29 tot 30 dagen
  • Opslaglocatie: in bomen, op richels
  • Koppelingsmaat: 2 tot 3 eieren
  • Eiermaat: 57 x 45 millimeter
  • Kenmerk: wit met bruine vlekken

Staartmees (Aegithalos caudatus)

Bron: Klaus Rassinger en Gerhard Cammerer, Museum Wiesbaden, Aegithalos caudatus MWNH 2283, onder redactie van Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: Bosranden, parken, tuinen
  • Broedseizoen: maart tot juni, één jaarlijks broedsel
  • Incubatietijd: 13 tot 14 dagen
  • Plaats van opslag: in bomen, hagen en struiken
  • Koppelingsmaat: 8 tot 12 eieren
  • Eiermaat: 14 x 11 millimeter
  • Kenmerk: wit met rode stippen

Winterkoninkje (Troglodytes troglodytes)

Bron: Notafly, Troglodytes troglodytes eggs, bewerkt door Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: Bosranden met veel ondergroei
  • Broedseizoen: april tot augustus, twee jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 15 tot 16 dagen
  • Plaats van deponering: op de grond in dichte bosvegetatie
  • Koppelingsmaat: 5 tot 7 eieren
  • Eiermaat: 17 x 12 millimeter
  • Kenmerk: wit met bruine vlekken

Groene vogeleieren

Ekster (pica pica)

De kleur van de eieren kan van vogel tot vogel verschillen; Bron: Klaus Rassinger en Gerhard Cammerer, Museum Wiesbaden, Pica pica MWNH 2311, bewerkt door Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: bossen, tuinen, nederzettingen
  • Broedseizoen: maart tot augustus, een jaarlijks broedsel
  • Incubatietijd: 17 tot 18 dagen
  • Bewaarplaats: in hagen en loofbomen Koppelingsmaat: 5 tot 7 eieren
  • Eiermaat: 33 x 23 millimeter
  • Kenmerk: groen met donkerbruine vlekken

Roodstaart (Phoenicurus phoenicurus)

Bron: Roberto Zanon, Phoenicurus phoenicurus-eieren, bewerkt door Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: tuinen, parken, bossen, nederzettingen
  • Broedseizoen: april tot augustus, één jaarlijks broed
  • Incubatietijd: 12 tot 14 dagen
  • Opslaglocatie: op gebouwen, in nestkasten
  • Koppelingsmaat: 5 tot 7 eieren
  • Eiermaat: 19 x 14 millimeter
  • Kenmerk: groenachtig blauw

Grijze reiger (Ardea cinerea)

Bron: Klaus Rassinger en Gerhard Cammerer, Museum Wiesbaden, Ardea cinerea MWNS 1927, onder redactie van Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: meren, rivieren, wetlands
  • Broedseizoen: februari tot augustus, één jaarlijks broedsel
  • Incubatietijd: 25 tot 28 dagen
  • Opslaglocatie: in boomtoppen
  • Koppelingsmaat: 3 tot 5 eieren
  • Eiermaat: 60 x 43 millimeter
  • Feature: groen-blauw, mat oppervlak

Knobbelzwaan (Cygnus olor)

De kleur van de eieren kan van vogel tot vogel verschillen; Bron: Superbass, Hoeckerschwan Bluecherpark Cologne-koppelingen, uitgegeven door Plantopedia, CC BY-SA 4.0
  • Habitat: vijvers, poelen, rivieren, meren
  • Broedseizoen: april tot oktober, één jaarlijks broedsel
  • Incubatietijd: 33 tot 38 dagen
  • Plaats van deponering: op het water in de oevervegetatie
  • Koppelingsmaat: 5 tot 8 eieren
  • Eiermaat: 98 x 62 centimeter
  • Kenmerk: groenachtig grijs

Zilvermeeuw (Larus argentatus)

Bron: Pline, Oeufs goeland argenté, onder redactie van Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: Kustgebieden, duinen, velden, wetlands
  • Broedseizoen: april tot augustus, één jaarlijks broed
  • Incubatietijd: 27 tot 30 dagen
  • Opslaglocatie: op de grond, op richels, in gebouwen
  • Koppelingsmaat: 2 tot 3 eieren
  • Eiermaat: 71 x 49 millimeter
  • Feature: olijfgroen

Pijlstaart (Anas acuta)

Bron: Klaus Rassinger en Gerhard Cammerer, Museum Wiesbaden, Anas acuta MWNH 0965, onder redactie van Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: Kustwateren en meren Broedseizoen: april tot augustus, één broedsel per jaar
  • Incubatietijd: 22 tot 25 dagen
  • Plaats van deponering: op de grond, in dichte oevervegetatie
  • Koppelingsmaat: 7 tot 10 eieren
  • Eiermaat: 54 x 37 millimeter
  • Kenmerk: groengeel

Spreeuw (Sturnus vulgaris)

Bron: Mike R, Starling eggs, bewerkt vanuit Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: velden, tuinen, bossen
  • Broedseizoen: maart tot juli, één tot twee jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 12 tot 13 dagen
  • Plaats van deponering: in boomholten, in nestkasten
  • Koppelingsmaat: 4 tot 7 eieren
  • Eiermaat: 30 x 21 millimeter
  • Kenmerk: groenachtig blauw

Wilde eend (Anas platyrhynchos)

De kleur van de eieren kan van vogel tot vogel verschillen; Bron: Biberbaer, afgeleid werk Lämpel, Mallard nests in Ferch02 retoucheren, bewerkt door Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: langs stromend water
  • Broedseizoen: eind februari tot september, één jaarlijks broedsel
  • Incubatietijd: 28 tot 29 dagen
  • Plaats van deponering: in een holte in de grond, een beetje uit de buurt van de kust
  • Koppelingsmaat: 10 tot 12 eieren
  • Eiermaat: 57x 41 centimeter
  • Kenmerk: groenachtig grijs

blauwe eieren

Merel (Turdus merula)

  • Habitat: bossen, tuinen, nederzettingen
  • Broedseizoen: februari tot augustus, twee tot vier jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 13 tot 14 dagen
  • Opslaglocatie: dicht bij de grond in hagen en struiken
  • Koppelingsmaat: 4 tot 5 eieren
  • Eiermaat: 29 x 21 millimeter
  • Kenmerk: blauw met bruin patroon, licht glanzend

Kruisbek (Loxia curvirostra)

De kleur van de eieren kan van vogel tot vogel verschillen; Bron: Didier Descouens, Loxia curvirostra poliogyna MHNT.ZOO.2010.11.220 Tébessa, bewerkt door Plantopedia, CC BY-SA 4.0
  • Habitat: naaldbossen en gemengde bossen
  • Broedseizoen: januari tot maart, één tot twee jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 14 tot 16 dagen
  • Bewaarplaats: in coniferen
  • Koppelingsmaat: 3 tot 5 eieren
  • Eiermaat: 22 x 16 millimeter
  • Kenmerk: blauwachtig met bruine vlekken

Goudvink (Pyrrhula pyrrhula)

  • Habitat: Bossen, parken, tuinen
  • Broedseizoen: april tot juli, twee jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 13 tot 14 dagen
  • Plaats van opslag: in bomen en struiken
  • Koppelingsmaat: 4 tot 6 eieren
  • Eiermaat: 18 x 13 millimeter
  • Kenmerk: lichtblauw met zwarte stippen

Groenling (Carduelis chloris)

Bron: Sneeuwthee, Groenlingnest met eieren, bewerkt door Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: bos, velden, tuinen
  • Broedseizoen: maart tot augustus, één tot twee jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 12 tot 14 dagen
  • Opslaglocatie: in hagen, struiken, bomen
  • Koppelingsmaat: 3 tot 7 eieren
  • Eiermaat: 20 x 14 millimeter
  • Kenmerk: lichtblauw met bruine vlekken

Huismus (Passer domesticus)

De kleur van de eieren kan van vogel tot vogel verschillen;
  • Habitat: tuinen, parken, nederzettingen
  • Broedseizoen: maart tot september, twee tot vier jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 12 tot 14 dagen
  • Opslaglocatie: op gebouwen, in nestkasten, in bomen
  • Koppelingsmaat: 4 tot 6 eieren
  • Eiermaat: 22 x 16 millimeter
  • Kenmerk: lichtblauw met bruine vlekken

Raaf (Corvus corax)

  • Habitat: bos, bergen
  • Broedseizoen: februari tot augustus, één jaarlijks broedsel
  • Incubatietijd: 20 tot 21 dagen
  • Opslaglocatie: in bomen, op rotsachtige hellingen
  • Koppelingsmaat: 3 tot 6 eieren
  • Eiermaat: 49 x 33 millimeter
  • Kenmerk: blauw of groen met donkere vlekken

Aalscholver (Phalacrocorax carbo)

Bron: Klaus Rassinger en Gerhard Cammerer, Museum Wiesbaden, Phalacrocorax carbo MWNH 0534, onder redactie van Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: op grote meren en rivieren
  • Broedseizoen: maart tot augustus, een jaarlijks broedsel
  • Incubatietijd: 28 tot 30 dagen
  • Opslaglocatie: op bomen, op richels
  • Koppelingsmaat: 3 tot 4 eieren
  • Eiermaat: 59 tot 41 millimeter
  • Kenmerk: lichtblauw

Distelvink (Carduelis carduelis)

Bron: bukk, distelvinkkoppeling, bewerkt door Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: bossen, landbouwgrond
  • Broedseizoen: april tot september, twee jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 12 tot 14 dagen
  • Opslaglocatie: in takvorken
  • Koppelingsmaat: 4 tot 6 eieren
  • Eiermaat: 17 x 13 millimeter
  • Kenmerk: blauwachtig met roodbruine vlekken

Bruine vogeleieren

Kievit (Vanellus vanellus)

  • Habitat: Natte weiden, weiden
  • Broedseizoen: maart tot augustus, een jaarlijks broedsel
  • Incubatietijd: 26 tot 27 dagen
  • Opslaglocatie: op de grond in weilanden en velden
  • Koppelingsmaat: 3 tot 4 eieren
  • Eiermaat: 46 x 32 millimeter
  • Eigenschappen: lichtbruin met zwarte vlekken

Kraan (Grus Grus)

Bron: Klaus Rassinger en Gerhard Cammerer, Museum Wiesbaden, Grus grus MWNH 2041, onder redactie van Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: moerassen, moerassen, velden, wateren
  • Broedseizoen: maart tot september, één jaarlijks broedsel
  • Incubatietijd: 28 tot 30 dagen
  • Opslaglocatie: op de grond
  • Koppelingsmaat: 1 tot 2 eieren
  • Eiermaat: 98 x 62 millimeter
  • Kenmerk: olijfbruin of roodbruin met bruine vlekken

Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus)

  • Habitat: Kustgebieden, weiden, weilanden, wetlands
  • Broedseizoen: april tot juli, één jaarlijks broedsel
  • Incubatietijd: 22 tot 24 dagen
  • Opslaglocatie: op de grond bij water
  • Koppelingsmaat: 2 tot 3 eieren
  • Eiermaat: 52 x 36 millimeter
  • Kenmerk: bruinachtig of groenachtig met donkere vlekken

Merk op: Nestkasten zijn een geweldige manier om inheemse vogels te ondersteunen. Let op de juiste hoogte. Om de vogeleieren te beschermen tegen nestrovers raden wij aan om nestkasten te plaatsen op plaatsen waar geen takken zijn.

Rode, grijze en gele eieren

Vink (Fringilla coelebs)

Bron: Didier Descouens, Pinson des arbres - Fringilla coelebs moreletti - Flamengos Fayal Açores 222, onder redactie van Plantopedia, CC BY-SA 4.0
  • Habitat: bossen, tuinen, nederzettingen
  • Broedseizoen: april tot augustus, twee jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 12 tot 13 dagen
  • Opslaglocatie: in takvorken
  • Koppelingsmaat: 4 tot 6 eieren
  • Eiermaat: 19 x 15 millimeter
  • Kenmerk: roodachtig met roodbruine vlekken

Appelvink (Coccothraustes coccothraustes)

Bron: Didier Descouens, Coccothraustes coccothraustes MHNT.ZOO.2010.11 Gouvieux, onder redactie van Plantopedia, CC BY-SA 3.0
  • Habitat: bossen, tuinen
  • Broedseizoen: april tot augustus, één jaarlijks broed
  • Incubatietijd: 11 tot 12 dagen
  • Opslaglocatie: in struiken en hagen
  • Koppelingsmaat: 4 tot 6 eieren
  • Eiermaat: 24 x 18 millimeter
  • Kenmerk: grijs met donkerbruine vlekken

Roodborstje (Erithacus rubecula)

Bron: Neptul, Bird's Nest Ground Breeders, bewerkt vanuit Plantopedia, CC BY-SA 4.0
  • Habitat: bos, tuinen, nederzettingen
  • Broedseizoen: april tot augustus, twee jaarlijkse broedsels
  • Incubatietijd: 13 tot 14 dagen
  • Opslagplaats: in het kreupelhout, in het gras, in holen
  • Koppelingsmaat: 4 tot 6 eieren
  • Eiermaat: 20 x 15 millimeter
  • Kenmerk: geelachtig met bruine vlekken

Merk op: Ter bescherming van vogeleieren is het snoeien van heggen verboden van 1 maart tot 30 september. Gedurende deze tijd is alleen een trimbeurt toegestaan.

Speciaal geval: Koekoek (Cuculus canorus)

Het grootste ei is altijd dat van de koekoek; Bron: Von Grüner Flip - zelf gefotografeerd, zonder afbeeldingen, link
  • Habitat: lichte bosgebieden, nabij water
  • Broedseizoen: april tot september
  • Incubatietijd: 12 tot 13 dagen
  • Opslagplaats: in nesten van andere vogels
  • Koppelingsmaat: 10 tot 25 eieren
  • Eiermaat: 21 x 17 millimeter
  • Kenmerk: kleur afgestemd op de eieren van de gastdieren

Veel Gestelde Vragen

Hoe weet je of een eitje bevrucht is?

Experts kunnen zien of een ei bevrucht is of niet door het te schouwen met een sterke lichtbron. Onbevruchte eieren zijn helder. Bevruchte eieren daarentegen zijn ondoorzichtig. Dit wordt veroorzaakt door bloedvaten die zich kort na de bevruchting vormen om het embryo van voedingsstoffen te voorzien.

Waarom zijn vogeleieren vaak gevlekt of van een patroon voorzien?

Kleurtinten, patronen of spikkels dienen ter camouflage en bescherming tegen roofdieren. Hierdoor zijn de eieren van veel vogelsoorten nauwelijks van hun omgeving te onderscheiden.

Hebben vogeleieren altijd een ovale vorm?

De meeste eieren zijn ovaal van vorm. Dit voorkomt dat hij snel wegrolt. Uilen leggen meestal ronde eieren. Ze broeden in een boomholte waar geen gevaar voor wegrollen is.

Categorie: