Weigela, ook wel klokjesstruik genoemd, is een lust voor het oog met zijn klokvormige bloemen. De uit Azië afkomstige struik voelt zich het prettigst op een zonnige standplaats en maakt indruk met zijn iets overhangende takken. Weigela is op zich heel gemakkelijk te verzorgen. Het moet echter regelmatig worden bijgesneden. Snoeien beschermt de struik tegen veroudering en stimuleert ook de ontwikkeling van bloemen.

Waarom knippen?

Weigela-bloemen bloeien in het late voorjaar. Met hun weelderige bloemen staan ze achter de forsythia en voor de rozenbloesem. Daarom worden ze vaak "overgangsbloeiers" genoemd tussen de lente- en zomerbloeiers, hoewel ze ook in augustus een tweede bloei kunnen geven na een juiste snoei. De weigela moet echter regelmatig worden gesnoeid.

Een snoei voorkomt:

  • afname in bloei
  • kalende
  • veroudering

Als de struik vanaf het begin wordt gesnoeid, wordt hij bossig en gaan de weelderige bloemen jaren mee.

planten snijden

Bij de weigela begint het snoeien met uitplanten in de tuin in de herfst of lente. Weigelia zijn in de speciaalzaak meestal verkrijgbaar als kuipplanten met drie hoofdscheuten. Hun groeihoogte ligt tussen de 60 en 100 centimeter. Hij kan het beste op een zonnige tot gedeeltelijk schaduwrijke plek worden geplant. Om hem mooi bossig te laten groeien, moet hij na het uitplanten voor de eerste keer gesnoeid worden.

Het volgende moet worden opgemerkt:

  • Verkort alle scheuten met een derde tot de helft
  • Maak een snede ongeveer een centimeter boven een bladknoop
  • takken met een derde inkorten na de bloei in de twee volgende jaren

Door deze snoei wordt de struik gestimuleerd om op de kruisingen te vertakken zodat hij mooi dicht groeit. Als er de komende twee jaar wordt gesnoeid, blijft de struik bossig groeien. Een klein maar draaglijk nadeel van plantensnoei is dat de belstruik in het eerste jaar maar weinig bloemen produceert. Maar in de jaren daarna bloeit hij des te schitterender.

snoeien

Botanisch behoort de weigela tot de kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae). Planten van deze familie zetten hun knoppen in de herfst tot winter. De komende bloesem gedijt op het oude hout en de zogenaamde winterknoppen ontwikkelen zich voor de nieuwe scheuten in het voorjaar. Daarom mag Weigelia niet in het voorjaar worden gesnoeid. Een verlies van bloei zou het gevolg zijn. De beste tijd voor een vormsnede is dan ook in juni of juli direct na de bloei.

Weigela heeft de neiging om ouder te worden met toenemende leeftijd. Het resultaat is minder knoppen. De takken in de struik beginnen ook kaal te worden, wat de anders weelderig bloeiende weigela een ellendig uiterlijk geeft. Deze matige snoei kunt u daarom het beste op jonge heesters doen.

Ga als volgt verder:

  • Snoeien na de bloei in juni of juli
  • takken met een derde inkorten op drie tot vier jaar oude struiken
  • op oudere struiken lange scheuten 30 tot 40 centimeter inkorten
  • Snijd een centimeter of twee boven een slapend oog

Afhankelijk van de Weigelia-variëteit leidt deze snede tot hernieuwde bloei in de late zomer tot de herfst. Als deze bloei voorbij is, wordt de struik gesnoeid, d.w.z. de vervaagde delen worden afgesneden. Zet de kruising niet te laag. Dit komt omdat de klokjesstruik al knoppen begint te vormen voor de bloei van volgend jaar.

Snoeien vindt plaats op een regenvrije, niet te warme dag. Hierdoor kunnen de wonden aan de plant beter genezen. Als vogels in de struik nestelen, mag deze niet worden afgesneden. In dit geval moet de snede worden uitgesteld naar een latere datum. Als de weigela in een haag groeit, is een eenvoudige snoei op de gewenste hoogte en breedte voldoende.

In de late winter terugsnoeien

Na de matige vormsnoei na de bloei, wordt in de late winter nog een snede gemaakt. De beste tijd voor deze onderhoudssnoei is januari tot februari. Het mag echter alleen op vorstvrije dagen worden gesnoeid. Het doel van deze snoei is het verwijderen van dood, slap en slecht groeiend hout zodat de struik weer luchtig en compact kan groeien.

Ga hiervoor als volgt te werk:

  • Snijd dode takken tot op de grond
  • als de takken erg dicht zijn: snij de zwakkere tak af bij de vork
  • laat geen peuken
  • Naar binnen groeiende takken snoeien tot een naar buiten gericht oog
  • bevroren scheuten worden gekapt tot het gezonde hout

De moeilijkheid bij dit snoeien is het identificeren van de juiste takken. De bloesems en bladeren voor het komende voorjaar zitten immers al in de gezonde takken. Dit is ook het geval bij bladloze takken en twijgen.

Als u niet zeker weet welke takken nu moeten worden gesnoeid, kan een eenvoudig trucje helpen om de "levendigheid" van de betreffende tak te controleren. Schraap met een scherp mes een beetje van de bast van de tak af. Als het onderliggende weefsel bruin is, is het takje levenloos. Als er een groene kleur verschijnt, is de tak gezond en vitaal.

radicale snit

Als Weigelia jarenlang niet wordt geknipt, wordt ze weer tot leven gewekt met een radicale snit. Hoewel in het snoeijaar door de verjonging de bloei verloren gaat, bloeit de struik in de jaren daarna met de juiste snoei des te weelderiger. Volg de onderstaande stappen voor een radicale snede.

  • Wanneer: januari tot februari
  • alle scheuten inkorten tot 30 centimeter
  • Dood hout uitdunnen

Verzegelen

Dicht grote sneden af

In het volgende groeiseizoen kunt u de belstruik met rust laten. Pas volgende winter wordt er weer gesnoeid. De struik moet immers bossig blijven groeien. Selecteer ongeveer vier tot vijf sterke scheuten per hoofdscheut uit de jonge scheuten. Deze worden met een derde ingekort. Alle andere scheuten worden volledig afgesneden.

Na de bloei vindt de gematigde vormsnoei plaats. Dit betekent dat de struik wordt meegenomen in het jaarlijkse of tweejaarlijkse snoeiproces.

hulpmiddel

Gebruik schoon en scherp gereedschap om te snijden. Voor kleinere sneden is een normale snoeischaar voldoende. Dikkere takken en twijgen moeten met een speciale buxusschaar worden gesnoeid. Zo voorkom je blessures aan naburige scheuten. Een zaag is slechts in beperkte mate geschikt, omdat deze ongewenste verwondingen aan takken en twijgen kan veroorzaken. Als u met een zaag wilt of moet werken, moet u deze zeer zorgvuldig gebruiken.

Categorie: