Beuken (Fagus) uit de beukenfamilie hebben een groot verspreidingsgebied. Van de ongeveer elf soorten zijn er echter maar twee inheems in Europa, de gewone beuk (Fagus sylvatica) en de oosterse beuk (Fagus orientalis). In Duitse bossen zijn het de meest voorkomende loofbomen. In tegenstelling tot rode en koperbeuken zijn haagbeuken, valse beuken en hopbeuken geen beuken, ook al doet hun naam anders vermoeden. Ze behoren tot de berken- en beukenfamilie.

boeking bepalen

  • Beuk is een van de zogenaamde peridermbomen
  • Bomen die geen schors vormen of pas schors vormen als ze oud zijn
  • Loofbomen tot 40 m hoog
  • Schors is zilvergrijs en glad
  • Bladeren zijn langwerpig-ovaal, puntig tot puntig
  • Bladkleur is groen, maar met uitzondering van koperbeuken
  • koperbeuk, een mutatie van de gewone beuk met roodachtige bladeren
  • Beuken hebben vrouwelijke en mannelijke bloemen (eenhuizig)
  • Bloemen en vruchten op zijn vroegst na 10-15 jaar
  • Bloemen nogal onopvallend

In dit land worden ze vooral gewaardeerd vanwege de bijzondere hardheid van het hout, daarom behoren ze tot de belangrijkste hout behoren. Ze danken hun bekendheid aan hun driehoekige, kastanjebruine noten, de zogenaamde beukennootjes. Ze bevatten tot 50% olie en daarom worden ze gebruikt voor de olieproductie. Het belangrijkste gebruik is echter het gebruik van hout. Zelfs als alle beukensoorten qua uiterlijk erg op elkaar lijken, zijn er toch enkele onderscheidende kenmerken die kunnen worden gebruikt om elke individuele beukensoort te identificeren.

Boeking van A - E

Amerikaanse beuk (Fagus grandifolia)

  • Groeit als een middelgrote boom
  • Groeihoogtes tot 30 m
  • Vormt een spreidende tot ronde en dichte kroon
  • Bladeren zijn 5-12 cm lang, tot 7 cm breed
  • Bovenbladoppervlak glanzend blauwgroen, maar lichter onderoppervlak
  • bladranden gekarteld
  • Bladsteel slechts 3-8 mm lang
  • Bladeren verkleuren oranjegeel tot bruinachtig in de herfst
  • Natuurlijk verspreidingsgebied in het oosten en noorden van Midden-Amerika
  • In Noord-Amerika is echter de enige natuurlijk voorkomende beukensoort

Chinese beuk (Fagus sinensis)

  • Bereikt groeihoogtes tot 25 m
  • De groei is vrij slank, met een mooi gebouwde kroon
  • Inheems in Noord-Vietnam en Zuid- en Midden-China
  • Bladeren zijn 9-15 cm lang
  • Bladranden zijn gekarteld en opgezwollen
  • Bladstelen zijn 1,0-3,5 cm lang
  • Bladtoppen zijn frisgroen, glad en glanzend
  • Blauwgroene onderzijde, fijn en dichtbehaard
  • Herfstkleur dan oranjegeel

Engler's beuk (Fagus engleriana)

  • Inheems in Zuid- en Oost-China
  • Wordt tussen de 15 en 25 m hoog
  • Gesteelde bladeren zijn blauwgroen en 4-9 cm lang
  • Gebladerte kleurt oranjegeel in de herfst
  • Blad onderzijde kaal behalve de zijdeachtige nerven
  • Bloeitijd is van april tot mei
  • Kleine katjes zijn nogal onopvallend
Engler's beuk met fruit

Boek bij G - K

Glanzende beuk (Fagus lucida)

  • Inheems in verschillende provincies in het oosten en zuiden van China
  • Bereikt groeihoogtes tussen 20 en 25 m
  • Glanzend groen blad is 5-10 cm lang
  • Bladranden licht gekarteld
  • Bladeren glad en kaal, behalve de hoofdnerf, die zijdeachtig behaard is
  • Bladstelen zijn tot 2 cm lang
  • Jonge bladeren met mate geconsumeerd, eetbaar
  • Een vrij mild aroma hebben

tip: De gedroogde beukennootjes worden vermalen tot meel om er brood van te maken. Geroosterd worden ze ook gebruikt als koffiesurrogaat en vers voor de olieproductie.

Japanse beuk (Fagus japonica)

  • Ook bekend als Japanse blauwe beuk
  • Natuurlijk verspreidingsgebied is in Japan
  • Groeit voornamelijk als meerstammige boom tot 25 m hoog
  • Jonge scheuten meestal kaal
  • De naam 'blauwe beuk' verwijst naar de blauwachtige verkleuring van de bladeren
  • Bladeren 5-9 cm lang en 2,5-4,5 cm breed
  • Bladranden licht ingesprongen tot geheel
  • Bovenkant van de bladeren is blauwgroen
  • Onderkanten zijn geelgroen
  • Bladsteel is ongeveer 1 cm lang
  • Wordt voornamelijk als sierboom gekweekt

Getande beuk (Fagus crenata)

  • Gekerfde beuk is ook inheems in Japan
  • Bereikt statige afmetingen tot 35 m
  • Zelden gevonden in Centraal-Europa
  • Vormt een dichte boomtop met donkergroene bladeren
  • Bladeren hebben een golvende ingekeepte rand
  • Herfstkleur van het blad is goudbruin
  • In hun natuurlijke huis meestal ontworpen als bonsai
  • Bonsai-ontwerp is daar erg belangrijk
Getande beuk als bonsai

tip: De zaden van de gekerfde beuk worden geroosterd en vervolgens gebruikt als vervangende koffie of voor oliewinning.

Boek O - T

Oosterse beuk (Fagus orientalis)

  • Het natuurlijke thuisland is Klein-Azië, de oostelijke Balkan, de Kaukasus en het noorden van Iran
  • Groeit tot 40 m hoog
  • Dichte, kegelvormige kroon met opgaande takken
  • Zeer snel groeiend in de eerste jaren
  • Spruiten 2-3 weken eerder dan bij Fagus sylvatica
  • Bladeren zijn 6-12 cm lang
  • Bladsteel is 0,5-1,5 cm lang en zijdeachtig behaard
  • Bladtoppen zijn kaal, geaderd donker blauwgroen en licht geelgroen
  • Bladranden zijn fijn behaard, geheel, golvend of golvend ingesprongen
  • Opvallend grote toppen
  • Voornamelijk het hout wordt gebruikt

Europese beuk (Fagus sylvatica)

  • De enige beukensoort die inheems is in Duitsland
  • Kan groeihoogten bereiken van 20-30 m
  • Groeit tot een rijpe leeftijd van ongeveer 250 jaar
  • De naam verwijst niet naar de kleur van de bladeren
  • Doorslaggevend was echter de licht roodachtig glanzende kleur van het hout
  • Bladeren zijn tot 10 cm lang en 5 cm breed
  • Bladranden zijn golvend
  • Bladeren glanzend donkergroen van mei tot juli
  • Bruin worden van augustus tot oktober
  • Bladsteel is 1,0-1,5 cm lang
  • Bloemen verschijnen tegelijk met de bladeren
  • Koperbeuk, treurbeuk en varenbladige beuk zijn siersoorten van Fagus sylvatica
Europese beuk, Fagus sylvatica

Taiwanese beuk (Fagus hayatae)

  • Het natuurlijke huis van de Taiwanese beuk is China
  • Inheems in met name de provincies Sichuan en Zhejiang
  • Daar groeit het in piekgebieden van loofbossen en op berghellingen
  • Kan groeihoogtes bereiken tot 20 m
  • Blauwachtige verkleuring van de bladeren en het hout is echter vrij zeldzaam
  • Het wordt echter voornamelijk als sierboom gekweekt
  • Bladeren zijn 3-7 cm lang, randen gekarteld en uitpuilend
  • Jonge bladeren hebben zijdeachtige haren aan de boven- en onderkant

Gelijkaardige benoemde genera

Haagbeuk, hopbeuk en valse beuk zijn geen beuken. Haagbeuk en hopbeam behoren tot deze berken familie en de valse beuken tot het geslacht der beuken familie. Maar ook hier zijn er kenmerken die deze bomen duidelijk onderscheiden van echte beuken.

haagbeuk

(Carpinus)

  • Haagbeuken lijken verwarrend veel op echte beuken
  • Verschillen echter vooral in de aard van de bladeren en boomgrootte
  • Bereik groeihoogtes tot 25 m
  • Stammen heel vaak scheef, bruinachtig en duidelijk meer gebarsten
  • Dicht vertakte kroon is aanvankelijk conisch
  • Haagbeuken worden ronder en groter naarmate ze ouder worden
  • Bladeren veel grover, sterk geribbeld en dubbel gekarteld
  • De onderkant van jonge bladeren is zijdeachtig behaard, maar wordt later kaal
Carpinus betulus, haagbeuk

hop beuken

(Ostrië)

  • Hopbeuken worden tot 15 m hoog
  • Meestal als grote struik met een of meer stengels of een breed gekroonde, 20 m hoge boom
  • Bark is een donkere geschubde bast
  • Bladeren zijn 5-12 cm lang, elliptisch tot ovaal, dubbel getand
  • De naam is afgeleid van de hopachtige vruchten
Hopbeuk, Ostrya carpinifolia

nep beuken

(Nothofagus)

  • Valse beuken meestal groenblijvend
  • Sommige soorten zijn bladverliezend, twee soorten zijn half wintergroen
  • Groeien heel vaak aan één kant of schuin
  • Het groeide vaak in meerdere stengels met takken in een visgraatpatroon
  • Kroon enigszins bizar, gedraaid of conisch
  • Bladeren meestal golvend
  • Geef een frisse, kruidige geur af bij het ontkiemen in het voorjaar
  • Groeihoogtes tot 12 m mogelijk in de tuin

Categorie: