Groenten uit eigen tuin zijn niet alleen gezond, vers en knapperig, ze zijn ook nog eens leuk om te kweken. Met een paar tips en de juiste soorten groenten kunnen zelfs beginners het.

Gemakkelijk tuinieren

Loop je al een tijdje rond met het idee om een eigen moestuin te beginnen, dan ben je hier aan het juiste adres. Het kweken van verse groenten is niet alleen goed voor de portemonnee, maar zorgt ook voor beweging in de frisse lucht en is ook nog eens erg leuk. Normaal gesproken heb je niet eens een stuk land nodig om groenten te verbouwen. Zelfs in een kleine ruimte kan een goede oogst plaatsvinden. Het kan zelfs in potten en kuipen op het balkon of terras worden gekweekt. Goed aangepakt lukt de teelt zonder problemen. Zelfs beginners kunnen een goede oogst binnenhalen. Hieronder vindt u enkele tips om in gedachten te houden.

De juiste locatie kiezen

Een moestuin kan natuurlijk niet zomaar overal in de tuin worden aangelegd. Bij de keuze van de standplaats moet rekening worden gehouden met de behoeften van de planten zodat ze ook goed gedijen. De plaats moet:

  • wees helder en beschut tegen de wind
  • maar geen brandende middagzon
  • voor potcultuur oriëntatie naar het zuiden optimaal

In eerste instantie moet de teelt klein worden gestart. Een paar rijen zijn meestal voldoende.

grootte van de bedden

In het begin doen een of twee bedden het prima. Ze mogen ook niet te groot zijn. Een bedmaat van:

  • Breedte 120cm
  • Lengte ongeveer 200 cm

Een bed moet altijd van alle kanten gemakkelijk bewerkbaar zijn. Tussen de afzonderlijke bedden moeten paden worden gepland:

  • 80 tot 100 cm breed hoofdpad
  • voldoende ruimte voor kruiwagen etc.
  • minimaal 30 cm tussen de afzonderlijke rijen bedden

Een verhoogd bed zou ook ideaal zijn voor de teelt. Dit is zeer overzichtelijk, uiterst ruimtebesparend en beschermt uw rug op het werk.

Bereid de grond goed voor

De toestand van de bodem is cruciaal voor de teelt van groenten. Dit dient vooraf getest te worden. Ideaal is een pH-waarde in het neutrale bereik. Voor het meten van de waarde zijn bij de vakhandel teststrips verkrijgbaar. Als de grond in het zure bereik is, kan het helpen om kalk toe te voegen. Als het echter te alkalisch is, moet de grond worden opgewaardeerd met compost of mest. Ook moet voor elke teelt regelmatig rijpe compost in de grond worden gewerkt. Dit wordt niet alleen gebruikt voor de bemesting, maar ook voor het in stand houden van de bodemstructuur.

Daarnaast moet de grond goed losgemaakt en onkruidvrij zijn. Indien mogelijk moet het in de herfst van het voorgaande jaar tot de diepte van een schop worden uitgegraven. De grond kan in de winter bezinken en het water in de grond bevriest en zet uit als gevolg van het vorstfermentatieproces. Hierdoor worden grotere kluiten aarde opgeblazen. De grond wordt lekker los en kruimelig en de grond wordt goed belucht.

Het is ook noodzakelijk om de doorlaatbaarheid van de grond te controleren, omdat wateroverlast onvermijdelijk de "dood" van de planten betekent. Om dit te doen, wordt de grond eenvoudig voldoende bewaterd. De volgende dag knijp je gewoon een handvol aarde uit en je kunt het drainagevermogen zien. Als er toch vloeistof ontsnapt, moet de grond worden opgewerkt met compost.

Teelt in gemengde cultuur

Niet te vergeten is de juiste combinatie van planten op een bed. Verschillende groenten moeten altijd worden geteeld met een ander groeiseizoen en van verschillende plantenfamilies. Het voordeel is dat:

  • Planten profiteren van elkaar qua gezondheid en groei
  • geen eenzijdige onttrekking van voedingsstoffen uit de bodem

Merk op: Goede buren zijn onder andere sperziebonen, erwten, wortelen, radijsjes, tomaten, spinazie, sla en rode biet. Aan de andere kant gaan uien en aardappelen niet zo goed samen.

Zorg en oogst op de juiste manier

Het werk is echter nog lang niet voorbij met zaaien of planten. Pas dan begint het echt. Om de groenteplanten goed te laten ontwikkelen en een rijke oogst te kunnen verwachten, is het noodzakelijk:

  • regelmatig water geven, maar matig
  • Controleer daarnaast de bovenste laag grond op vocht
  • water als het droog is
  • in warmte 10 tot 20 liter per vierkante meter
  • Vermijd wateroverlast
  • maak de grond regelmatig los
  • onkruid verwijderen
  • bevruchting
  • Frequentie varieert afhankelijk van het type groente
  • Toepassing van organische mest
  • Langdurige meststoffen zoals hoornkrullen bewezen
  • geeft voedingsstoffen langzaam en gelijkmatig vrij
  • dus in ieder geval voeding voor drie maanden

De oogst van de verschillende groentesoorten vindt dan in de regel in meerdere fasen plaats. Als alleen individuele vruchten worden geoogst, moeten deze dagelijks worden geoogst. Op deze manier wordt de plant regelmatig gestimuleerd om nieuw fruit te produceren. Andere soorten worden heel en naar behoefte geoogst, zoals sla of kool.

Merk op: Jonge zaailingen hebben vaak kleinere hoeveelheden water nodig. Daarna is een keer per week grondig water geven voldoende.

Vergeet vruchtwisseling niet

Elk teeltjaar is het noodzakelijk om de locatie van de individuele variëteiten op het bed te veranderen. Met andere woorden, ze mogen zeker niet opnieuw op dezelfde plek worden geplant. Dit is nodig om:

  • zorgen voor een goede oogst
  • Rassen hebben verschillende voedingsbehoeften
  • voorkom uitspoeling van de grond
  • om ziekten en de verspreiding van plantenplagen te voorkomen

Het is raadzaam om het overzicht over de gehele teelt van de afzonderlijke jaren bij te houden, anders kan het overzicht heel snel verloren gaan. Er moet ook worden opgemerkt dat niet alle soorten groenten compatibel zijn met de vorige teelt. U moet goed uitzoeken welke groenteplanten bijzonder geschikt zijn als voor- of vervolgteelt.

Merk op: Het wordt aanbevolen om elke drie jaar groenteplanten eerst op dezelfde plek te laten groeien.

Groenterassen voor beginners

Het kiezen van de juiste variëteit is vooral belangrijk voor "beginners in de tuin". Er mogen in geen geval veel soorten groenten tegelijk worden verbouwd. Het is beter om klein te beginnen en het aantal rassen in de loop der jaren uit te breiden. Er zijn verschillende soorten, die normaal gesproken niet veel voorkennis vergen en indien nodig ook in potten en kuipen kunnen worden gekweekt. Dit zijn ook:

  • onderhoudsvriendelijk en robuust
  • niet veeleisend voor bodemgesteldheid
  • niet vatbaar voor ziekten en plagen
  • goed geschikt voor gemengde cultuur
  • tolereren lichte perioden van droogte of regenval
  • zijn gedeeltelijk ongevoelig voor kou

Maar ook bij dergelijke beginnersrassen is het belangrijk om op de juiste zaaidata te letten. Deze moeten niet te vroeg worden gedaan, omdat de zaden dan langzaam of gedeeltelijk zullen ontkiemen. De zaailingen zijn dan ook vatbaarder voor ongedierte zoals slakken. Ook de nodige afstanden tussen de afzonderlijke planten zijn belangrijk. Ze hebben ruimte nodig voor een gezonde groei. In sommige gevallen is ook een voorkweek in het vroege voorjaar binnenshuis op de vensterbank noodzakelijk. Al deze informatie is terug te vinden op de zaadverpakkingen. Hieronder hebben we een aantal populaire groenten voor beginners op een rijtje gezet.

Radijs (Raphanus sativus)

Radijs is gemakkelijk te kweken. Ze moeten worden gezaaid tussen langzamer groeiende groenten zoals wortelen of peterselie. Ze dienen dus om de rijen te markeren. Niet alleen de malse knollen zijn eetbaar, maar ook de wortels en bladeren. Er zijn verschillende soorten, rood rond of langwerpig en wit, die bekend staan als ijspegels. Radijs stelt weinig eisen en heeft maar weinig voedingsstoffen nodig. Let bij montage op:

  • Zaaien van maart tot september
  • direct buiten in rijen
  • Bodemtemperatuur 6 tot 8 °C
  • Zaaidiepte 0,5 tot 1 cm
  • bedekken met aarde, aandrukken en vochtig houden
  • Rijafstand 15 cm
  • binnen de rij 5 cm
  • Kieming 5 tot 8 dagen
  • koude kiemer
  • Koude periode van 7 dagen bij 5 tot 10 °C gunstig
  • zonnig tot halfschaduw
  • voedzame, losse grond
  • goed vochtig houden
  • maak af en toe de grond los
  • Bescherming tegen slakken belangrijk
  • Oogst 3 tot 4 weken na het zaaien

Merk op: Als de grond te droog of te nat is, barsten de rode knollen open.

Sla (Lactuca sativa)

Er zijn ook verschillende soorten, lichte en donkere kleuren en vormen. Sla is een populaire keuze voor beginners om te kweken, net als augurkensla. Er zijn lente- en zomervariëteiten van sla, en de hele krop wordt altijd geoogst. Bij sla daarentegen worden alleen de buitenste bladeren geoogst. De hartblaadjes moeten op hun plaats blijven zodat de sla altijd terug kan groeien. Daarom kan sla ook continu geoogst worden. Houd er rekening mee dat:

Lactuca sativa, sla
  • Zaaien van maart tot augustus / september
  • plat in rijen
  • Bodemtemperatuur 10 tot 20 °C
  • lichtkiemer
  • Zaaidiepte max. 0,5 cm
  • gewoon licht bedekken met aarde
  • Kieming 7 tot 12 dagen
  • Rijafstand 25 tot 30 cm
  • binnen de rij 25 cm
  • zonnig tot halfschaduw
  • geen brandende middagzon
  • humusrijke, gelijkmatig vochtige grond
  • gevoelig voor zout
  • Oogst mei tot september
  • waterput
  • Slakbescherming vereist

De handel biedt ook voorgegroeide jonge planten aan.

Merk op: Sla doet het goed in een gemengde teelt met tomaten, uien en komkommers.

Snijbiet (Beta vulgaris)

Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen stengel- en snijbiet. Er zijn variëteiten met witte, rode en gele stengels. De stengels kunnen gekookt worden als asperges en de bladeren als spinazie. Snijbiet is hitte- en ook koudebestendig. De hele plant mag nooit geoogst worden, maar alleen de buitenste bladeren, dan is een regelmatige oogst gegarandeerd. Ook om op te merken:

snijbiet
  • Zaai maart/april direct buiten
  • snijbiet:
    • 3 cm diep
    • Rijafstand 30 cm
    • binnen de rij 15 tot 20 cm
    • Oogst vanaf juni
  • stam snijbiet:
    • 3 cm diep
    • Rijafstand 40 cm
    • binnen de rij 25 tot 30 cm
    • Oogst vanaf eind juni / begin juli
  • zonnig tot schaduwrijk
  • geen brandende middagzon
  • verse, vochtige grond
  • jonge planten beschermen tegen slakken
  • regelmatig water geven
  • Houd bedden onkruidvrij

Merk op: Elke 14 dagen moet een extra kleine hoeveelheid kunstmest worden toegevoegd.

Snijbonen (Phaseolus vulgaris)

Naast de bushbonen zijn er ook poolbonen. Deze worden net als bosbonen gekweekt, maar hebben een klimhulp nodig. Bonen kunnen op veel manieren worden gebruikt. Ze zijn geschikt voor verse consumptie in salades, soepen en als groente bijgerecht, maar ook om in te vriezen. Eet nooit rauw, want de zaden en peulen zijn giftig. De gif.webpstoffen ontleden pas bij verhitting tot 90 °C. Let bij het telen op:

  • Zaai in rijen eind mei tot juli
  • Doe 3 tot 6 zaden in een kuiltje
  • Afstand binnen de rij 40 cm
  • Rijafstand minimaal 50 cm
  • Zaaidiepte 3 cm
  • Bodemtemperatuur 15 tot 20 °C
  • Kieming na 8 tot 10 dagen
  • Zon tot halfschaduw
  • regelmatig water geven
  • Houd bedden onkruidvrij
  • Oogst 10 tot 12 weken na het zaaien voor de vorst

Nadat de bonen zijn gerijpt, moeten ze echter regelmatig worden geoogst om de planten opnieuw te laten bloeien. In de eerste weken na het zaaien is het echter raadzaam om de rijen af te dekken met transparant vlies ter bescherming tegen vogelschade.

Tip: Als de planten een hoogte van 10 tot 15 cm hebben bereikt, hoop je ze op met een handbreedte aarde.

Spinazie (Spinacia oleracea)

Spinazie kan in de zomer geoogst worden, maar is ook een populaire wintergroente en geschikt om op bedden te overwinteren. Spinazie wordt gestoomd, rauw of in een salade gebruikt. Houd er rekening mee dat:

  • Zaai maart tot mei of augustus tot oktober direct buiten
  • Zaaidiepte 1 tot 2 cm
  • Bodemtemperatuur 10 tot 20 °C
  • Rijafstand 25 tot 30 cm
  • binnen de rij 5 tot 7 cm
  • zonnig tot halfschaduw
  • losse, humusrijke grond
  • regelmatig water geven
  • Oogst 10 tot 12 weken na het zaaien

Tip: Bedek het zaad met lichtgekleurd, doorschijnend vlies om te beschermen tegen vogelschade.

Courgette (Cucurbita pepo ssp. pepo)

Courgettes zijn erg populair. Niet alleen de vruchten zijn eetbaar, maar ook de bloemen. De planten hebben echter wel wat ruimte nodig. Eén plant is genoeg om een klein gezin tot ver in de herfst fruit te geven. De cultuur is eenvoudig:

  • Ruimtebehoefte minimaal 1 vierkante meter per plant
  • Voorkweek binnen van maart tot april
  • doe twee granen in een pot
  • Bedek met aarde driemaal de zaaddikte
  • aandrukken en vochtig houden
  • Eind mei buiten verplanten
  • alternatief direct buiten zaaien vanaf eind mei
  • Bodemtemperatuur 18 tot 25 °C
  • Kieming na 6 tot 10 dagen
  • Zon tot halfschaduw
  • geen brandende middagzon
  • voedzame grond
  • ideale composthoop
  • Oogst 10 tot 12 weken na het zaaien in september

Tomaten (Solanum lycopersicum)

Tomaten groeien in principe vanzelf als ze een regendichte plek hebben. De rode vruchten kunnen in de keuken op verschillende manieren worden bereid. Bij de montage moet echter op het volgende worden gelet:

  • Voorcultuur in huis
  • Zaaien van maart tot april
  • Week de zaden 24 uur voor een betere ontkieming
  • Zaaien in potten
  • Zaaidiepte 1 cm
  • goed vochtig houden
  • Bodemtemperatuur 22 tot 25 °C
  • Kiemtijd 10 tot 21 dagen
  • Eind mei buiten verplanten
  • Rijafstand 80 cm
  • binnen de rij 60 cm
  • humusrijke, voedselrijke, diepe grond
  • volle zon en beschut tegen de wind
  • Veel water geven en regelmatig bijmesten (speciale tomatenmest)
  • breken regelmatig zijscheuten uit de bladoksels
  • ondersteuning nodig

Voorgekweekte jonge planten zijn ook in de handel verkrijgbaar.

Tip: Plaats een aarden pot in de grond voor irrigatie en vul met water.

Koolrabi (Brassica oleracea var. gongylodes)

Dit is een populaire voorjaarsgroente. Het is geschikt om rauw te eten, te stomen of in te vriezen. Teelt is heel eenvoudig:

  • Zaaien van maart tot april in koude bakken of trays
  • direct buiten zaaien van mei tot juni
  • Zaaidiepte 1 tot 2 cm
  • Afstand 30 x 30 cm
  • Bodemtemperatuur 20 tot 25 °C
  • Kiemtijd 8 tot 15 dagen
  • zonnig
  • voedselrijke, losse grond
  • regelmatig water geven en bemesten
  • Jonge planten zijn gevoelig voor kou
  • Nazaaien elke 3 tot 4 weken mogelijk
  • Oogst juli tot oktober
  • van locatie veranderen in het volgende jaar

Tip: Zeer grote knollen kunnen snel houtachtig worden, oogst daarom altijd op tijd.

Uien (Allium cepa L.)

Uien mogen in geen enkele keuken ontbreken. Je kunt ze ofwel zelf zaaien, dan is een beetje geduld vereist. Het is echter sneller en gemakkelijker om plantuien te gebruiken. Als het op cultuur aankomt, kun je hier echt niet fout mee gaan:

geoogste uien
  • Teelt in rijen
  • Plant vanaf half maart de helft van elke bol in de volle grond
  • afstand 15 cm
  • losse, humusrijke grond
  • zonnig tot halfschaduw
  • Gemengde cultuur met wortelen goedkoop
  • alleen water geven als het droog is
  • maak af en toe de grond los
  • onkruid verwijderen

Als de bladeren in de herfst beginnen te verwelken, trek dan de bollen uit de grond. Ze moeten dan nog een paar dagen op de grond blijven, op voorwaarde dat het niet regent. Dit verlengt vervolgens de houdbaarheid in de winter.

Tip: De bladeren van de ui worden ook vaak in de keuken gebruikt. Het mag echter nooit helemaal worden afgesneden, anders stopt de ui met groeien.

Aardappelen (Solanum tuberosum)

Aardappelen zijn uitstekend geschikt als eerste oogst op een nieuw bed. Hiervoor is wat ruimte nodig. Er worden speciale pootaardappelen gebruikt. Er zijn hier verschillende soorten. De teelt is echter ook geschikt voor beginners.

  • aardappels in voren planten na de ijsheiligen in mei
  • goed losgemaakte grond nodig
  • Plantknollen 15 cm diep
  • bedekken met aarde
  • Opstapelen als de scheuten 20 cm hoog zijn
  • daarmee de groei stimulerend
  • Trek de aarde naar de zijkant van de plant
  • mocht er een kleine dam ontstaan
  • verwijder eerst regelmatig onkruid
  • nauwelijks verzorging nodig voor grotere planten
  • water bij langdurige droogte
  • geen teelt samen met tomaten
  • waardoor aardappelziekte wordt voorkomen
  • alternatief kweken in grote potten, emmers of zakken
  • Vul de bak met 20 cm aarde
  • Doe er 4 tot 5 aardappelen in
  • Doe er 10 cm aarde over
  • als de scheuten 5 cm hoog zijn, bijvullen met aarde

De aardappelen zijn klaar om te oogsten wanneer het gebladerte begint te verwelken.

Merk op: Het blad wordt vaak bezocht door aardappelkevers. Deze moeten daarom regelmatig worden gecontroleerd.

Categorie: