- 1. Appelbes (Aronia)
- 2. Berberis soorten (Berberis)
- 3. Amelanchier peer
- 4. Vuurdoorn (Pyracantha)
- 5. Kornoelje soorten (Cornus)
- 6. Hazelnoot (Corylus avellana)
- 7. Hortensia's (hortensia)
- 8. Kamperfoelie (Lonicera)
- 9. Jasmijn (Jasminum en Philadelphus)
- 10. Bessen (Ribbessen)
- 11. Laurierkers (Prunus laurocerasus)
- 12. Liguster (liguster)
- 13. Sleedoorn (Prunus spinosa)
- 14. Sneeuwbalsoorten (Viburnum)

Vandaag de dag zijn insecten meer dan ooit afhankelijk van de actieve ondersteuning van tuinders met kleine tuinen. Een insectenhotel ophangen is niet voldoende. Het is vooral belangrijk om de kleine dieren van voldoende voedsel te voorzien, omdat ze het steeds minder vinden in hun natuurlijke omgeving. Bloeiende heesters met verschillende bloeitijden kunnen het voedselaanbod voor bijen e.d. van de lente tot de herfst uitbreiden. De volgende selectie biedt een klein overzicht.
1. Appelbes (Aronia)

Hoewel de Aronia op slappe stammen kan worden geënt en dan als kleine boom groeit, kan hij ook als struik worden gekweekt. Terwijl de bloemen worden bezocht en bestoven door insecten, worden de bessen, tenzij ze worden geoogst, in de late herfst door vogels gegeten.
Maat: een tot twee meter hoog als een struik
Plaats: houdt van zon en halfschaduw, verder geen speciale eisen
Bloesem: Mei, in dichte trossen, wit gekleurd
Onderhoud:
- niet veeleisend, verdraagt ook droogte
- Bemesting niet nodig, eventueel mulchen
- af en toe uitdunnen in de herfst of winter
- Vermeerdering via uitlopers mogelijk, kan ook verwijderd worden
- weinig vatbaar voor plagen en ziekten
Tip: De bessen worden beschouwd als een gezond superfood.
2. Berberis soorten (Berberis)

Alleen de gewone berberis, ook wel zure doorn genoemd, is inheems in Duitsland. Er zijn cultivars voor de tuin die voornamelijk uit Oost-Azië komen. De gewone berberis is een gastheer van graanroest en is daarom bijna uitgeroeid. Na de bloei worden rode bessen gevormd, die door vogels worden gegeten.
Maat: middelhoge struiken
Plaats: houdt van zon, kan goed overweg met schaduw, heeft nauwelijks bodem nodig
Bloesem: Mei tot juni, geel
Onderhoud:
- Mulch vervangt extra water geven en bemesten
- Bemesting niet nodig, eventueel mulchen
- Snijden is niet nodig, maar wordt getolereerd
- Draag handschoenen vanwege scherpe doornen
- Voortplanting via stekken
- Wijnstoksnuitkever kan groenblijvende variëteiten aantasten
- Echte meeldauw mogelijk op bladverliezende rassen
Sorteert:
- Groenblijvende berberis (Berberis julianae en frikardii)
- Thunberg's berberis (Berberis thunbergii)
- Sneeuwberberis (Berberis candidula)
3. Amelanchier peer

De inheemse servicebes komt vooral voor op droge plaatsen. Andere soorten, zoals de koperpeer, kunnen ook in de tuin worden geplant. Sommige soorten worden echter erg groot.
Maat: inheemse soorten rond de twee meter, grotere tot zes meter
Plaats: zonnige tot halfschaduwrijke, goed doorlatende grond, eventueel verbeteren met zand
Bloesem: april, trosvormige bloeiwijzen, wit
Onderhoud:
- water geven niet nodig
- In het voorjaar bemesten met compost
- knippen niet nodig
- wordt als robuust beschouwd, er kan echte meeldauw optreden
4. Vuurdoorn (Pyracantha)

Voor de tuin worden voornamelijk gekweekte rassen gebruikt die gekruist zijn uit de verschillende wilde rassen. De beskleur kan daardoor variëren. De vruchten zijn erg zuur en vogels eten ze pas laat op als er niets meer over is. Overvloedige bloei wordt alleen bereikt als de struik vrij kan groeien.
Maat: 1,5 tot vier meter
Plaats: Volle zon, verdraagt warmte zeer goed, doet het ook goed in steden, geen eisen aan de bodem
Bloesem: Mei tot juni, paraplu-achtig, witte kleur
Onderhoud:
- water geven is niet nodig, zelfs niet als het droog is
- bemesten met compost in het voorjaar
- Snoeitolerant, maar snoeien geeft minder bloemen
- draag handschoenen tijdens het werken
- kan worden vermeerderd door stokken
- wordt als robuust beschouwd, besmetting met snuitkever mogelijk
5. Kornoelje soorten (Cornus)

Deze omvatten de cornel, die als zeer bijvriendelijk wordt beschouwd, maar meestal als een boom groeit. Hij bloeit ruim voor andere fruitbomen in februari tot april, de vruchten zijn eetbaar. Kornoelje-cultivars die als struiken groeien, hebben vaak felgekleurde schors en bladeren die in de herfst aantrekkelijk worden.
Synoniem: hoornstruik
Maat: middelgrote struik
Plaats: voedselrijke grond met kalkgehalte, zonnig
Bloesem: meestal wit van kleur, maar ook geel, mei tot juni, behalve cornus
Onderhoud:
- Water geven en bemesten is niet absoluut noodzakelijk
- Mulchen houdt de grond vochtig en vruchtbaar
- Snijden moet worden vermeden
- Vermeerdering via stekken of uitlopers
- Nauwelijks vatbaar voor plagen en ziekten, pas op voor schimmelaantasting en luizen
Sorteert:
- Rode Kornoelje (Cornus sanguinea)
- Tartaarse Kornoelje (Cornus alba)
- Gelaagde kornoelje (Cornus controversa)
6. Hazelnoot (Corylus avellana)

Hazelnoten bieden niet alleen een rijke oogst voor de tuinier. De bloemen van de struiken, die heel vroeg in het jaar opengaan, zijn vaak het eerste voedsel voor bijen en insecten. Daarnaast biedt een hazelnootstruik onderdak aan vogels en kleine zoogdieren en, als de noten niet worden geoogst, voedsel aan vogels en muizen.
synoniemen: Gewone hazelaar, hazelaarstruik
Maat: tot zeven meter
Plaats: veel zon, anders ontstaan er alleen kleine nootjes, diepe, voedselrijke grond
Bloesem: Bloemkleur onopvallend, bestuiving vindt daarom plaats door de wind, februari en maart
Onderhoud:
- Alleen water geven als het droog is
- Bemesten in het vroege voorjaar, te veel stimuleert de houtgroei
- regelmatig snoeien voor een losse kroon en rijke oogst
- Voortplanting via zinkers
- nauwelijks vatbaar voor ziekten
- De meest voorkomende plaag is de hazelnootboorder
Merk op: Hazelnoten leveren meer op bij het planten van meerdere struiken.
7. Hortensia's (hortensia)

Het zijn niet alleen populaire tuinplanten. De heesters bloeien zeer rijk en zijn lange tijd voedsel voor bijen en insecten. Sommige soorten produceren ook zeer aantrekkelijke herfstkleuren.
Maat: tot twee meter
Plaats: gedeeltelijk beschaduwde, humusrijke en vochtige grond, vrij zuur
Bloesem: Kleur varieert, deels afhankelijk van de bodemgesteldheid, juli tot september
Onderhoud:
- heeft veel water nodig, geef regelmatig water
- Zware voerbak, bemesten met mest, uiterlijk in juli
- Uitdunnen mogelijk, te veel snoeien brengt de bloei in gevaar
- kan in koude winters ernstig terugvriezen, afsnijden wat bevroren is geweest
- Voortplanting via stekken
- pas op voor schimmelziekten, bescherm jonge planten tegen slakken
Sorteert:
- Eikenbladhortensia (Hydrangea quercifolia)
- Bolhortensia (Hydrangea arborescens)
- Fluwelen hortensia (Hydrangea aspera)
- Boerenhortensia (Hydrangea macrophylla)
- Pluimhortensia (Hydrangea paniculata)
- Bordhortensia (Hydrangea serrata)
Merk op: Klimrassen zijn ook bijenvriendelijk.
8. Kamperfoelie (Lonicera)

De kamperfoelie omvat niet alleen de soorten die als struik groeien, maar ook die welke als lianen op andere planten terechtkomen. De bloemen hebben vaak een sterke geur en zijn afhankelijk van bestuiving door motten, hommels of zweefvliegen.
synoniemen: Kamperfoelie, ook als liaan: Jelängerjelieber
Maat: 50 tot 70 cm, lianen enkele meters
Plaats: variabele, overwegend zonnige, maar ook schaduwrijke, goed doorlatende en vochtige grond
Bloesem: tussen mei en juni, wit, geel en rood
Onderhoud:
- Droogtetolerant, diepwortelend, zelfbevochtigend
- Meststof niet absoluut nodig
- regelmatig snoeien stimuleert nieuwe bloemen
- Voortplanting kan worden gedaan door stekken
- robuust tegen ziekte
- vatbaar voor bladluizen
Merk op: Bijzonder is de winterkamperfoelie (Lonicera purpusii), die al in januari bloeit.
9. Jasmijn (Jasminum en Philadelphus)

Hoewel beide geslachten niet aan elkaar verwant zijn, hebben ze allebei een sterke geur en zijn ze zeer bijvriendelijk. De bloemen trekken ook andere insecten aan. De valse jasmijn (Philadelphus) wordt ook wel pijpstruik genoemd.
Maat: één tot vier meter
Plaats: Zon tot halfschaduw, hoe lichter hoe meer bloemen, nauwelijks bodembehoefte
Bloesem: Winterjasmijn bloeit geel vanaf december, andere soorten wit vanaf mei
Onderhoud:
- regelmatig water geven
- geef tijdens de groeifase van tijd tot tijd voedingsstoffen
- af en toe uitdunnen bevordert de bloei
- Voortplanting via stekken
- wordt als robuust beschouwd
Soorten:
- Winterjasmijn (Jasminum nudiflorum)
- Boerenjasmijn (Philadelphus coronarius)
- Tuinjasmijn (Philadelphus x lemoinei)
10. Bessen (Ribbessen)

Het planten van bessenstruiken in de tuin biedt twee voordelen. Insecten krijgen voedsel tijdens de bloei en later kunnen de bessen worden geoogst. De bestuiving van de struiken gebeurt niet alleen door bijen en Co., maar ook door wind. Van alle soorten bessen in de tuin worden aalbessen als bijzonder bijvriendelijk beschouwd.
Maat: tot 1,5 meter afhankelijk van de variëteit
Plaats: Volle zon voor bijzonder aromatische bessen, voedselrijke grond
Bloesem: onopvallend en vroeg, bedreigd door late vorst
Onderhoud:
- regelmatig en grondig water geven, ondiepe wortels drogen gemakkelijk uit, mulch
- Twee tot drie keer per jaar compost bijvullen
- Onderhoudskorting in de winter
- Voortplanting via stekken of zinkers
- Gevoelig voor echte meeldauw, pas op voor besmetting met zwarte bes bladluizen
11. Laurierkers (Prunus laurocerasus)
Deze dichte haagplant is niet alleen vanwege zijn bloemen populair bij insecten. De bessen dienen als voedsel voor vogels en het dichte gebladerte biedt volop schuilplaatsen. Soms broeden ook vogels in laurierkershagen.
Synoniem: Laurierkers, Pontische laurierkers
Maat: ongesneden struiken vier tot zeven meter
Plaats: halfschaduw tot schaduwrijk, voorkeur voor kleigrond
Bloesem: Mei tot juni, roomwitte, kaarsachtige bloeiwijzen
Onderhoud:
- Geef regelmatig water en bemest als haagplant, anders niet veeleisend
- Snoeien in juni, afhankelijk van de gewenste vorm
- Voortplanting voornamelijk via stekken
- Pas op voor schimmelaantasting, ook vatbaar voor snuitkever
12. Liguster (liguster)

De liguster is ook een van de populaire haagplanten. Veel soorten zijn wintergroen, wat betekent dat ze pas heel laat hun blad verliezen en dus ook in de winter bescherming kunnen bieden aan vogels. De bessen, die giftig zijn voor de mens, worden gegeten door vogels, terwijl bijen en andere insecten graag de bloemen van de struiken bezoeken.
Synoniem: Regenweiden
Maat: één tot vier meter, ongemaaide struiken ook groter
Plaats: niet veeleisend, geeft de voorkeur aan zon en droogte
Bloesem: geelachtig wit, juni
Onderhoud:
- zeer droogtetolerant
- voorzien van compost in het voorjaar
- eventueel gewone vormsnoei
- wordt vermeerderd door stekken
- kan worden aangetast door bladluizen of echte meeldauw, anders robuust
13. Sleedoorn (Prunus spinosa)

De sleedoorn groeit in het wild in natuurlijke hagen of kan in de tuin worden geplant. De vruchten zijn eetbaar, maar kunnen pas na de eerste nachtvorst worden gegeten. Opgemerkt moet worden dat sleedoorn zichzelf gemakkelijk reproduceert en snel dicht kreupelhout kan vormen door worteluitlopers.
Synoniem: Sleedoorn, zure pruim, haagdoorn, sleedoorn, Duitse acacia
Maat: drie tot vijf meter
Plaats: zonnig en warm, verwildert zelfs op arme grond
Bloesem: wit, maart tot april, zeer talrijk
Onderhoud:
- hoeft niet bemest of bewaterd te worden
- eventueel verjongingsknip
- plant zich voort via worteluitlopers, verwijder overtollig
- dient als waardplant voor sommige vlindersoorten, anders pas op voor bladluizen en schimmelziekten
14. Sneeuwbalsoorten (Viburnum)

De sneeuwbal dankt zijn naam aan de meestal ronde bloeiwijzen. Deze worden vaak bezocht door bijen en co., die er ook voor zorgen dat de struiken worden bestoven. De bessen die later ontstaan zijn rood en pas eetbaar als ze volledig rijp zijn. De plant zelf wordt als enigszins giftig beschouwd.
Maat: 0,5 tot vier meter
Plaats: Zon, halfschaduw wordt getolereerd, de grond is niet te droog
Bloesem: witte, bolvormige bloeiwijze, april tot juni, winterviburnum vanaf november
Onderhoud:
- vereist weinig onderhoud
- Mulchen houdt de grond vochtig en voedzaam
- Snoeien wordt getolereerd maar niet noodzakelijk
- Voortplanting via stekken
- wordt aangevallen door de sneeuwbalbladkever, pas op voor echte meeldauw
Soorten:
- Winterviburnum (Viburnum fragrans)
- Pasen Sneeuwbal, Korea Sneeuwbal (Viburnum carlesii)
- Wintergroene viburnum (Viburnum burkwoodii)
- Sneeuwbal (Viburnum opulus)