
Heldere bloemen in geel, oranje of bloemen in effen wit, de gaspeldoorn is een lust voor het oog met zijn bloemen. Omdat het zeer snel groeit, is het een van de meest populaire struiken in huistuinen. Ook qua verzorging stelt de plant weinig eisen. Ze is dus tevreden met locaties die voor veel andere planten niet geschikt zijn. Zolang de standplaats zonnig is, groeit de struik prachtig. Sommigen denken ook dat het groeit. Een reden waarom de bezem regelmatig gesnoeid moet worden. Er zijn verschillende mogelijkheden voor wanneer en hoe vaak.
planten familie
De brem, ook wel bremkruid of bremstruik genoemd, behoort botanisch niet tot het geslacht van brem (Genista), maar tot het geitenklavertje. Beide geslachten behoren tot de onderfamilie van de vlinderbloemigenfamilie. Omdat de twee planten aan elkaar verwant zijn, worden planten uit het geslacht Geißklee vaak toegeschreven aan de bezems. De dwergbezem of ivoren bezem behoort ook tot de vlinderbloemigenfamilie. De vertegenwoordigers van deze twee geslachten zijn ook giftig.
Waarom knippen?
De snelgroeiende brem wordt bij ons in kuipen gekweekt of buiten in de tuin geplant. Omdat het geen speciale eisen aan de bodem stelt, vindt u snel een geschikte plek voor de zonminnende struik. Om ervoor te zorgen dat hij door de jaren heen uitbundig bloeit en niet te veel uitgroeit, moet de bezem regelmatig worden teruggeknipt. Oudere takken van de bremstruik worden na verloop van tijd bruin. Als de takken bruin zijn geworden, dragen ze geen bloemen meer.
Hoewel bezemstruiken maar tot twee meter hoog worden, kan het toch voorkomen dat de struik opzij kantelt zonder te worden afgesneden. De scheuten van de gaspeldoorn kunnen zo lang worden dat ze de grond raken. Deze scheuten vormen snel wortels en zo ontwikkelen zich nieuwe bremplanten. Snijden is dus ook een maatregel tegen deze ongeplande vermeerdering. Er zijn een aantal manieren om de gaspeldoorn te snoeien, afhankelijk van de tijd, moeite en beschikbare ruimte in de tuin.
snoeien
De bezem moet vanwege de snelle groei worden ingekort. Snoeien gebeurt jaarlijks of met tussenpozen van drie tot vier jaar. De beste tijd om te snoeien is in mei of juni na de bloei. Dit geeft de struik voldoende tijd om weer te ontkiemen.
Welke variant u ook kiest, zorg er bij het terugknippen van de bezem voor dat de sneden glad zijn. Als er dikkere takken gesnoeid moeten worden, mogen er geen takstompen overblijven. Als ze zijn opgedroogd, kunnen er scheuren in de bast van de stam verschijnen. Door hen kunnen ongedierte en schimmels de struik binnendringen. Om dit te voorkomen, moeten grotere sneden zeker worden verzegeld met boomwas.
- Als je je bezem gewoon laat groeien, wordt de struik na drie tot vier jaar drastisch teruggesnoeid
- inkorten tot maximaal 40 centimeter
- eerste vertakking van de scheuten moet behouden blijven
Als de eerste vertakking van individuele scheuten hoger is dan 40 centimeter, zal de radicale snede korter zijn. Het proces wordt dan na drie tot vier jaar herhaald.
Jaarlijkse snoei
Als de bezem bossig moet worden, wordt een jaarlijkse snede aanbevolen. De beste tijd hiervoor is in mei of juni. Na de bloei de bezem terugsnoeien tot ongeveer 40 centimeter. Dan rijdt hij weer weg. Herhaal de snede het volgende jaar na de bloei. Ouder hout kan gemakkelijk het slachtoffer worden van bakvet. Als je de struik in het derde jaar snoeit, wordt in het vierde jaar geen hout ouder dan drie jaar. Jaarlijks snoeien maakt de struik niet alleen bossiger, jaarlijks snoeien laat de struik ook weelderiger bloeien. Bovendien wordt de plant verjongd. Dit beschermt de struik tegen kaal gebladerte.
De jaarlijkse snede kan ook worden gebruikt om de bezem in vorm te brengen en te houden. Na de bloei de struik eenvoudig in de gewenste vorm knippen. Een ronde snede wordt aanbevolen als vormsnede. Het resultaat van je inspanningen zie je volgend jaar als de bloemen bloeien.
Snoeien lente, herfst
Naast de jaarlijkse knipbeurt kan de bezem ook twee keer per jaar gesnoeid worden. Wie voor deze variant kiest dient de eerste snede in het voorjaar te maken na de laatste nachtvorst, de tweede snede vindt dan plaats in oktober of november. Net als in de lente moet je ook in de herfst op het weer letten.
Snoeien in de herfst moet vóór de eerste nachtvorst gebeuren. Je moet de struik ook voldoende tijd geven om de wonden te sluiten. Als de interfaces nog niet zijn afgedicht, kan er rijp in de bus komen. Dit leidt niet alleen tot bruine scheutpunten in het voorjaar, maar verzwakt ook de struik.
vorstschade snijden
Als de scheutpunten van de bezem in het voorjaar bruin zijn, is er na het knippen in de herfst vorst in de scheuten doorgedrongen. Deze bruine punten moeten direct worden afgeknipt. De bevroren scheuten groeien niet meer en zijn tevens toegangspunten voor ander ongedierte. De controle op vorstschade wordt in het vroege voorjaar uitgevoerd, zodat de bevroren scheuten voor nieuwe groei kunnen worden verwijderd. Om te voorkomen dat er opnieuw vorstschade optreedt, mag de snede uiteraard pas na de laatste vorst worden gemaakt.
Takken die besmet zijn met ongedierte moeten onmiddellijk worden verwijderd. Maak hiervoor een royale snede. De gesneden scheuten mogen niet op de compost worden gezet. Het is het beste om ze te verbranden.
hulpmiddel
Snijd de bezem met een scherpe snoeischaar. Dit zorgt voor een gladde snede. Let op: Aangezien de struik in alle delen giftig is, mag alleen met tuinhandschoenen worden gesneden. Niet in de laatste plaats omdat de toxineconcentratie in het plantensap beduidend hoger is dan in andere delen van de plant.